Duurzaamheid

Column Maart 2016

Altijd weer een prachtige rubriek op de Hengstenkeuring: de 13 jaar en oudere hengsten. De presentaties in de lange lijnen, een heerlijk stukje traditie, het enthousiaste publiek, een geweldige sfeer.

Maar ook in foktechnisch opzicht is dit een buitengewoon interessante rubriek om naar te kijken. Het valt me telkens weer op hoe groot de verschillen in duurzaamheid zijn, met name ten opzichte van de leeftijd van de hengsten. Er lopen fitte oude heren bij die er beter uit zien dan collega’s die 5 jaar jonger zijn. Hier is duidelijk ‘t kaf van het koren te scheiden.

Het absolute schoolvoorbeeld van duurzaamheid is natuurlijk onze nationale trots Jasper 366 Pref. Zelden heb ik een paard gezien dat op 21-jarige leeftijd zo weergaloos beweegt en zoveel levenslust uitstraalt. Vanaf het moment dat hij als 2,5 jarige Kasper fan Panhuys op de keuring verscheen heb ik hem gevolgd en deze grootmeester heeft werkelijk níks aan beweging ingeboet! Daar komt nog bij dat Jasper 366 in zijn leven hard gewerkt heeft; hij heeft veel merries gedekt en presteerde in tuig en onder het zadel. Prachtig en zeer verdiend dat de jury hem dit jaar beloonde met het Reserve Kampioenschap van de oudere hengsten. Wát een geweldenaar. Een ander mooi voorbeeld van een hengst waar de duurzaamheid vanaf druipt is Ulke 338, die vorig jaar op de HK zijn 25-jarig (!) jubileum vierde met z’n kenmerkende enthousiasme en inzet.

Duurzaamheid vormt, samen met karakter, misschien wel één van de belangrijkste aspecten van het paard. Het zijn universele waarden, fundamentele eigenschappen, die bepalen hoe ver een paard kan komen. Ongeacht ras of discipline. Informatie hierover komt vaak pas met de jaren aan het licht. Als het betreffende dier al wat kilometers heeft gevreten en uren gedraaid.

Maar hoeveel fokkers zijn er nu werkelijk, die duurzaamheid tot vast onderdeel van hun fokkerijstrategie hebben gemaakt? Ik kom er maar weinig tegen. Terwijl het zo nuttig is om op dit vlak kritisch naar de eigen merries te kijken. Om in beeld te hebben welke merries ook op latere leeftijd fijn en actief in het werk blijven. Welke merries snel drachtig worden en probleemloos af veulenen. Om zuinig te zijn op de merries die met een simpel rantsoen vrijwel altijd een goede conditie en kleur hebben. Heb in beeld bij welke merries de hardheid zit, de levenskracht, de vitaliteit. Durf te selecteren en neem afscheid van de merries die er na 4 veulens al een stuk minder florissant uitzien. Of die de handen vol hebben aan het wekelijkse lesuurtje op de vereniging. Weet welke merries de hoogste dierenartskosten hebben voor koliekgevallen of blessures. Ik denk dat we daar met onze Friezenfokkerij nog stappen kunnen maken.

Ook bij de hengstenkeuze zou het goed zijn als fokkers duurzaamheid vaker als selectiecriterium zouden gebruiken. Maar helaas is de realiteit dat we in onze Westerse consumptiemaatschappij voortdurend worden gedreven door een niet te stillen honger naar nieuwe prikkels. Waardoor de fokkers massaal op jonge, populaire hengsten duiken. Tegen de tijd dat een hengst het nakomelingenonderzoek glansrijk heeft doorstaan, is de jus er al lang en breed vanaf. Dan gaan de fokkers weer op zoek naar nieuwe prikkels. Maar zo krijgen we duurzaamheid natuurlijk nooit op de agenda. Het zou beter zijn om eens te zoeken naar een hengst die scherp uit z’n ogen kijkt, die karakter uitstraalt. Eén die glashard op de benen is en een mooi dun velletje om z’n lijf heeft. Dat zie je niet als je in Leeuwarden of op de hengstenshows gezellig met de buurman op de tribune zit. Je leest ’t ook niet in de fokwaarden. Goed kijken dus en laat de tijd z’n werk doen. Wees kritisch en handel daar naar.

Ga terug